Aalsmeerderdijk 648
1435 BX Rijsenhout
T: 06 - 450 814 10
F: 0297-366343


mr. Anke de Wijn
kvk 33293643
Beschermingsbewind meerderjarigen
Juridisch advies / onderzoek


september 29

de stem van het Kind

Gepost onder admin
Opgeslagen onder de rechten van het kind, Uncategorized | Reacties uitgeschakeld voor de stem van het Kind

De stem van het kind

Het gespreksverslag met ex art 3 en 12 Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK)

Is er rechtsgeldigheid voor een gespreksverslag ex art 3 en 12 IVRK.?

Inleiding:

De vraag over de rechtsgeldigheid van een gespreksverslag komt voort uit de meerdere onmachtige ervaringen van ouders / belanghebbenden naar aanleiding van de reguliere benadering van de positie van het kind door de diverse instanties van jeugdhulpverlening en jeugdbescherming. 

Regulier gaan instanties er van uit dat  het kind een verlengstuk is van de ouders, de mening en gevoelens van een kind worden ook vanuit de visie van de ouders beoordeeld. De zelfstandige / unieke persoonlijkheid van een kind wordt over het algemeen genegeerd, uiteraard met uitzondering van de betere uitvoering van onderzoeken / rapportages, door de Raden van de Kinderbescherming en de Bureaus Jeugdzorg e.a.

Een feit is dat de Raad voor de Kinderbescherming / het Bureau Jeugdzorg tegenstrijdig werkt met het in, het artikel 3 IVRK, vastgelegde rechtsbeginsel : “het belang van het kind vraagt om de primaire afweging bij besluiten van autoriteiten die het belang van het kind vertegenwoordigen.” Betreurenswaardig genoeg beperkt de Raad voor de Kinderbescherming / het Bureau Jeugdzorg zich, voor wat het gebruik van actuele beschikbare kennis over ontwikkelingspsychologie betreft, zich tot het vaststellen van een loyaliteitsprobleem, ongeacht de specifieke betekenis van de term loyaliteit voor het individuele kind.

 Gesteld moet worden dat in 2009 de positie van het individuele kind nog steeds niet expliciet wordt vastgesteld. In de besluitvorming blijft de term “het belang van het Kind ‘ nog te veel een lege huls vergeleken bij dat wat de betekenis van een onbedreigde ontwikkeling heeft voor het kind en diens recht en ideeën over zijn/ haar toekomst..

De eerste vraag :

De vraag is: is het gesprek met een kind gelijk aan een onderzoek in de zin van een diagnostisch onderzoek met als doel te komen tot een therapeutisch interventie ten behoeve van het emotionele en / of de fysieke gezondheid van de kinderen waartoe pas kan worden overgegaan indien beide ouders, op grond van het gezag, toestemming hebben gegeven?

 Het antwoord is nee, het voeren van een gesprek met een kind valt niet onder het onderzoek in de therapeutische betekenis van het woord. Het gesprek met een kind geeft informatie en kennis over de werkelijkheidsbeleving van het moment.

Het de ervaring van het moment en de verwoording daarvan betekent niets meer dan een vergaarbak van kennis, emoties, gevoelens en verwachtingen van uit het verleden naar de toekomst gericht.

Het antwoord zou eigenlijk ja moeten zijn, immers ouders / belanghebbenden dienen zich a priori open te stellen voor de mening en beleving van hun kinderen. In veel gevallen kan betrokkenheid van ouders/ belanghebbenden het effect hebben van een therapeutische interventie, het is soms zo simpel!!. Indien dit niet voor een kind beschikbaar is kan dat een reden zijn om met hem/ haar in gesprek te gaan; een gesprek kan het verschil maken tussen een therapie belastend voor het kind en ouders waarvoor tevens wachtlijsten bestaan.

 Een gesprek:

De redenen waarom gesprekken zouden moeten plaatsvinden zijn de zorgen en het verdriet van het kind over zijn / haar leefsituatie en de, door de volwassen wereld, verboden relatie met dat wat voor hen belangrijk is.

De zorgen en het verdriet van het kind bepaalt de belevingswereld van het moment, hij / zij is bereid daar informatie over te geven, die informatie is belangrijk om te weten wat nodig is om de kwaliteit van de leefsituatie te kunnen verbeteren. In wezen vraagt een kind aan zijn opvoeders om zich in te zetten voor een opvoeding zonder zorgen en verdriet over niet kinds-eigen zaken. Kinderen willen / moeten kind zijn en mogen niet de last van de volwassene dragen. Dit basale recht is de taak en verantwoordelijkheid van ouders ( art 1:247 BW )

In de kinder- en jeugdpsychiatrie gaat men er van uit dat het negeren van kinderen valt onder kindermishandeling. Negeren op zich is een ruim begrip,het negeren van de zorg voor een kind en / of de voor hem / haar belangrijke emoties en meningen vallen onder

art 1:247 lid 2 BW:

    • Onder verzorging en opvoeding wordt mede verstaan de zorg en verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.-

( wijziging van het gezagsrecht / Boek 1 Burgerlijk Wetboek – Wet van 8 maart 2007 , Stb 2007,145, in werking getreden op 25 april 2007)

Dat er naar het kind geluisterd wordt is een fundamenteel mensen(grond)recht, en daarmee een specifiek recht van een kind, het recht om een jeugd te hebben waarin de persoonlijke ontwikkeling niet bedreigd wordt door niet leeftijdsadequate – en individueel onaangepaste leefomstandigheden. (zie EVRM/ IVRK/ IVBPR, GW, BW, WJZ e.a*.)

Willen we, als volwassenen naar kinderen kunnen luisteren dan zal er eerst een gesprek met het kind moeten plaatsvinden.

Wetenschappelijk is vastgesteld dat kinderen vanaf 4 jaar in staat zijn informatie te verschaffen met welke kennis de ouders / hulpverleners hun aanbod van zorg/ hulp kunnen optimaliseren. De kinderen zijn in staat om ongecensureerd hun verhaal te doen wanneer er open vragen worden gesteld. Om kinderen uit te nodigen spontaan te kunnen reageren op een vraag over wat, hoe, wie en waar, al dan niet met visuele ondersteuning èèn van de vele mogelijkheden om met kinderen in gesprek te raken. Training en ervaring maakt het mogelijk om deze gesprekken op verantwoorde wijze  te voeren

 De mogelijkheid voor kinderen om hun beleving van hun zorgen te uiten en hun mening te geven over de kindseigen belangen geeft hen een stem in de wereld waarin zij afhankelijk zijn van de beslissingen van volwassenen.

 Een tweede vraag :

Wordt de stem van een kind voldoende ten gehore gebracht?

De stem van het kind vraagt om een spreekbuis nu het zelf niet zelfstandig toegang heeft tot de wereld die zijn belangen moeten beschermen.

 Met de bereidheid van een kind om informatie en kennis te verschaffen aan de persoon die bereid is om daarnaar te luisteren wordt het een deel van de juridische beeldvorming van een probleem. Het belang van het kind wordt daarmee expliciet, met andere woorden er kan over het individuele kind gesproken worden in plaats dat de ouders / instanties zich verschuilen achter algemene opvattingen !

Luisteren naar het verhaal van kinderen vraagt om de kunst van de volwassenen om de eigen mening en gevoelens elders te parkeren. Art 3 lid 1 en 2 IVRK heeft rechtstreekse werking in het nationale recht en luidt samengevat: “Het belang van het kind vormt een primaire afweging bij het nemen van maatregelen ter bescherming van het kind, rekening houdend met de rechten en plichten van de ouders.”

Een advocaat is een spreekbuis, ook voor kinderen; advocare betekent immers het “voor een ander spreken”. Mijns inziens zou dit ook voor de Raad voor de Kinderbescherming en andere hulpverleners moeten gelden.

 

Een derde vraag:

Heeft het recht van het kind om gehoord te worden een maatschappelijk draagvlak?

De benadering van de mening en gevoelens van kinderen zou moeten worden aangepast aan maatschappelijke ontwikkelingen die  de positie van kinderen versterken:

 

Het Comité van de Rechten van het Kind heeft op 30 januari 2009 in zijn slotverklaring er opnieuw bij de Nederlandse regering er op aangedrongen maatregelen te nemen om de eerbiediging van de opvattingen van het kind te intensiveren. In september 2006 heeft Nederland de aanbeveling van het Comité overgenomen om het recht van het kind om gehoord te worden te versterken.

 

Sinds enkele jaren is er binnen de advocatuur de speciale jeugdrechtadvocaat, met een eigen vereniging en een eigen opleiding. Stelselmatig neemt de praktijk toe dat advocaten kinderen horen en hun mening en gevoelens onderdeel maken van de juridische vraagstelling / het verweer.

 

Sinds 1 januari 2009 heeft de landelijke Raad voor de Kinderbescherming de regel ingesteld dat bij een raadsonderzoek ieder kind, ongeacht de leeftijd moet worden gehoord / gezien en / of gesproken.

 

Sinds 1 maart 2009 zijn de ouders die na de echtscheiding het gezamenlijk gezag willen / moeten voortzetten verplicht om een ouderschapsplan op te stellen, een ouderschapsplan gaat over het scheppen van zodanige voorwaarden dat het (expliciete) belang van een kind een centraal aandachtspunt kan zijn voor de persoonlijke rol van beide ouders in de opvoeding van hun kinderen.

NB:

het maatschappelijk draagvlak van de stem van het kind wordt mede bepaald door de wetgever die het belang van individuele kind nog steeds ziet als afgeleid van de rechten van de ouders. De verantwoordelijkheden van de ouders ( lees de plichten) zijn subsidiair in de afwegingen van het belang van het kind. Van uit wetenschappelijke opvattingen en de praktijk van de ontwikkelingspsychologie gezien lopen veel rechterlijk uitspraken achter de feiten aan. Het is niet duidelijk wie het kind daartegen kan beschermen!

Een vierde vraag:

 Wat kan de rechtspraak met een verslag over de meningen en gevoelens van een kind?

Kinderen geven vaak informatie over de wijze waarop zij de veiligheid in hun opvoeding beleven en zouden willen ervaren.

Wat de kan de rechtbank er mee?

1 het negeren, omdat het niet een verslag van de Raad voor de Kinderbescherming  betreft.

2 het verslag meenemen in de beeldvorming over het juridische probleem en een onderzoek gelasten, dit kan zijn een raadsonderzoek, of een FORA onderzoek waarin de opvoedkundige vaardigheden van ouders worden onderzocht. In veel gevallen kan “een deskundigen bericht”, een forensisch onderzoek van het probleem van de ouders, er toe leiden dat ouders om de tafel komen te zitten en misschien een ouderschapsplan een optie wordt.

Ouders kunnen altijd zelf het initiatief nemen om om de tafel te gaan zitten en een ouderschapsplan op te stellen, dit initiatief wordt door iedere rechtbank serieus genomen!

3 op grond van internationale rechtspraak de kinderen uitnodigen voor een gesprek en LUISTEREN naar hun verhaal.

Uw reactie is gepost op dinsdag, september 29th, 2009 om 8:25 am en is opgeslagen onder de rechten van het kind, Uncategorized. Reacties hierop kunnen gevolgd worden via de RSS 2.0 feed. Pinging en/of een reactie achterlaten is momenteel niet mogelijk.

Reacties zijn gesloten.