augustus 25
het misschien verhaal
Er is een vervolg
De reden waarom de gezinsvoogd ( man en vrouw sterk) de kinderen uit huis wilde plaatsen bleek op de rechtzitting. De vader vertelde de rechtbank dat hij hoe dan ook niet wil dat de kinderen bij de moeder kon blijven; de gezinsvoogd verwacht in de uitvoering van de OTS tegenwerking van de vader.
De rechter vond dat een uithuisplaatsing geen oplossing was voor de problemen van de gezinsvoogd en heeft het verzoek om een machtiging UHP afgewezen. Andere alternatieven moeten worden aangeboord.
een laatste vervolg op 1 na
In een uitspraak van het Hof Leeuwarden van 12 november 2009 wordt het de vader wat gemakkelijker gemaakt`. Zonder dat wordt afgewacht wat de uitslag is van de persoonlijkheidsonderzoeken van beide ouders en de uitslag van het onderzoek van het (psychiatrisch ) gezinstherapeutisch centrum waar de vader zich niet heeft willen melden, besluit het Gerechtshof dat 3 van de meisjes bij de vader de hoofdverblijfplaats krijgen. Het Hof is van mening dat, hoewel beide ouders over pedagogsiche eigenschappen beschikt, de emotionele hechting van de meisjes aan hun moeder geen toegevoegde waarde hebben aan hun opvoeding. Het Hof is van mening dat “affectie in een opvoeding ook niet alles is.” Het Hof is tevens van mening dat de vader in het belang is van de 4 meisjes om van elkaar gescheiden te worden; het oudste meisje van 12 jaar blijft bij de moeder wonen. Reeds eerder bleek dat de relatie van de vader met dit meisje te bedreigend was voor haar ontwikkeling, ook de uitvoering van de onder toezichtstelling door 2 opvolgende Bureau Jeugdzorg’s heeft daar geen verandering in kunnen brengen.
Met ander woorden: er doet zich in kinder-psychologische Nederland een NOVUM voor; een ouder met pedagogische eigenschappen en de persoonlijke mogelijkheid om affectie te kunnen bieden aan 4 meisjes voegt niet toe aan het toekomstperspectief van deze kinderen. De vader, bang voor de deskundigheid van de kinder- en jeugdpsychiatrie, komt er mee weg om zijn kinderen affectie te onthouden en hen van elkaar te scheiden.
Bureau Jeugdzorg gaat er vanuit dat het persoonlijkheidsonderzoek door moet gaan, de vader werkt niet echt mee. De forensisch psycholoog ktrijgt geen contact met de vader; de psychiater mocht s ávonds thuis langskomen; de kinderen 7, 8 en 10 jaar lagen om 19.00 uur al op bed.
De moeder heeft om een cassatieadvies gevraagd.
Het einde
Even de goede afloop vertellen……. het is nu 26 augustus 2010.
De forensische onderzoeken van de ouders bevestigde het beeld dat er met de moeder niet erg veel mis is doch dat er bij de vader zorgen waren over enkele persoonlijkheidsproblematische eigenschappen. Het belangrijkste was dat de kinderen, die ook onderdeel waren van het forensisch onderzoek, werden onderzocht door een psycholoog die de taal van de kinderen verstond en deze ook durfde op te schrijven. De verblijfplaats bij de vader,het niet kunnen hechten aan de vader en diens partner, het missen van de moeder, was aanleiding voor de conclusie dat de kinderen blijvend in hun ontwikkeling werden bedreigd.
De vader kon het besluit nemen dat het in het belang van de kinderen was om ze terug naar de moeder te laten gaan. Bij de rechtbank hebben de ouders nu in onderling overleg opnieuw het verzoek ingediend voor de wijziging hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder.
Er is nog geen arrest van de Hoge Raad op het cassatieverzoek. Mocht deze interessante aandachtspunten opleveren voor wat de rechten van kinderen betreft dan worden deze met bronvermelding aangeleverd.